Thuiswerken gaat ons veel beter af dan van tevoren gedacht. De drang om voor werk altijd maar naar kantoor te gaan is bij de meesten van ons verdwenen. Nederland ziet 'werk' nu eerder als een activiteit, niet langer als een plek om heen te gaan. Medewerkers denken na over de juiste balans tussen thuiswerken en naar kantoor gaan. Dat maakt dat organisaties voor de uitdaging staan om deze hybride manier van werken zo goed als mogelijk te faciliteren.
Thuiswerken: van secundaire naar primaire locatie
Vanuit huis werken heeft veel voordelen. Natuurlijk was het in het begin zoeken naar een optimale manier om met collega’s, partners of klanten in contact te blijven en samen te werken. Waar in het bedrijfsleven al veelvuldig gebruik werd gemaakt van videoconferencing en collaboration-technologie, gold dat voor andere sectoren, zoals het onderwijs en de zorg, veel minder. De adoptie van deze technologie is enorm toegenomen in allerlei sectoren en wordt succesvol toegepast. Videoconferencing en samenwerkingsplatforms zoals Microsoft Teams hebben hun plek veroverd, waardoor werk plaatsonafhankelijk is geworden. Onze eigen thuiswerkplek is in zeer korte tijd van een secundaire locatie een primaire locatie geworden om werk uit te voeren. Ik verwacht dat medewerkers die knop ‘ik werk vanuit huis-tenzij’ niet meer omzetten. Hebben we het kantoor zoals we het kennen überhaupt nog wel nodig, ook als we straks weer vrijer mogen bewegen?
De rol van het kantoor verandert
Als u denkt aan uw eigen organisatie, dan schieten waarschijnlijk als eerste de beelden van het kantoorpand door uw hoofd. Ook bij mij. Een kantoor staat immers symbool voor een bedrijf: een plek waar medewerkers samenkomen. Ook om verbondenheid te voelen. Al is het maar om het weekend door te nemen bij de koffieautomaat. Praatjes als deze zijn enorm belangrijk om een band op te bouwen met uw collega’s.
Daarnaast komen mensen naar kantoor voor bepaalde activiteiten die nou eenmaal efficiënter verlopen wanneer mensen zich in één ruimte bevinden. Denk aan een creatieve brainstormsessie waarbij schrijven met stiften of het plakken van stickynotes gewenst is. Daarom geloof ik ook echt niet dat het kantoor helemaal zal verdwijnen, maar wel dat we de beschikbare vierkante meters anders gaan inzetten. Vergaderruimtes bijvoorbeeld zullen meer gericht zijn op interactie met mensen buiten de kantoorlocatie; de situatie dat alle deelnemers van een vergadering fysiek aanwezig zullen zijn, wordt de uitzondering. Een verdere integratie tussen de fysieke en virtuele werkplek is daarom noodzakelijk.
Componenten van werk: virtueel, fysiek en psychologisch
Werk is namelijk geen plek; het is een activiteit. Een activiteit die op een fysieke locatie kan plaatsvinden, maar net zo goed virtueel. En de locatie waar we ons werk uitoefenen zal meer dan ooit worden bepaald door een psychologische component: de innerlijke behoefte van een medewerker. Zo weet ik dat sommige van onze medewerkers het thuiswerken omarmen. Ze ervaren veel meer rust omdat ze niet meer hoeven te reizen. Of ze zijn een stuk productiever omdat ze minder vaak door collega’s worden gestoord. Andere medewerkers missen het kantoor juist enorm, omdat ze weer beter gedijen in een omgeving waarin veel mensen samenkomen en elkaar opzoeken.
Door dergelijke behoeften van medewerkers in kaart te brengen, is uw organisatie nog beter in staat een werkomgeving te faciliteren die optimaal aansluit bij hun verwachtingen.
Op naar de hybride werkomgeving
De uitdaging waar organisaties nu voor staan is het optimaal inrichten van een hybride werkomgeving waarbij de fysieke, virtuele en psychologische componenten van werk in evenwicht moeten zijn. Terug naar het ‘oude’ is wat mij betreft achteruitgang. Laten we er samen voor zorgen dat we de kansen die deze tijd ons heeft geboden, niet laten liggen!