<iframe src="https://www.googletagmanager.com/ns.html?id=GTM-PWSWKNM" height="0" width="0" style="display:none;visibility:hidden">

Referentie: Tilburg University

Tilburg University is na een Europese aanbesteding sinds 2012 via een raamovereenkomst een klant van Kinly. In juni 2018 werd CUBE geopend; een nieuw gebouw op de universiteitscampus. Het gebouw straalt een en al innovativiteit uit en is erop gericht samenwerking tussen bezoekers te bevorderen. Kinly had een belangrijk aandeel in de totstandkoming van CUBE. 

De inrichting van zo’n omvangrijk, nieuw gebouw met de allernieuwste AV-technologie was een enorme uitdaging, vertelt Cees Vaandrager, engineer IT & AV bij Tilburg University. “We waren bij de inrichting van CUBE enorm geholpen met de technische kennis van Kinly; een project waarin we echt samen hebben opgetrokken. De wensen van de docenten waren leidend, legt Vaandrager uit: “We zijn met een klankbordgroep van docenten in gesprek gegaan over welke AV-middelen van toegevoegde waarde zouden kunnen zijn om nog betere colleges te kunnen geven. Met Kinly hebben we vervolgens een proef gedraaid in twee collegezalen. Om vervolgens tot een optimale inrichting van CUBE te komen, hebben we niet alleen het ontwerptraject van de AV-inrichting samen gedaan, maar ook het hele traject van werkvoorbereiding, uitvoering en realisatie. En ondanks dat de achterliggende techniek zeer complex is, hebben we de gebruikerservaring sterk gestandaardiseerd. Zonder Kinly was dit niet gelukt.” 

Cube - Tilburg University

De technische kennis van Kinly kwam vooral goed van pas bij de minder gangbare inrichting van een aantal zalen, waaronder het auditorium. Vaandrager: “We kunnen een extra wand plaatsen in het auditorium, waardoor één zaal voor 600 personen verandert in twee zalen voor 300. Dat is typisch een voorbeeld van een AV-ontwerp dat we zonder de kennis en kunde van Kinly niet zelf hadden kunnen realiseren. In elk van deze deelbare zalen kan een docent ook twee bronnen naast elkaar weergeven. Denk aan één scherm waarop de presentatie te zien is en een tweede scherm waarop een gastspreker zichtbaar is. Ook is het voor docenten mogelijk om met behulp van een documentcamera geschreven content aan te bieden op het scherm. Daar maken met name docenten van wiskunde vakgroepen gebruik van wanneer zij een complexe formule stap voor stap uitleggen. De richtlijnen van deze formule zijn dan zichtbaar op het andere scherm. Door deze tooling zijn krijtborden, whiteboards of overheadprojectors niet meer nodig.” 

In de nabije toekomst gaat de universiteit meerdere zalen van een upgrade voorzien, zegt Vaandrager: “Komende zomer gaan we ook collegezalen in andere gebouwen op de campus inrichten naar voorbeeld van CUBE en op basis van de nieuwe standaarden die we mede met Kinly ontwikkeld hebben.” De veranderingen in CUBE zelf zijn echter minimaal: “Die beperken zich tot onderhoudswerkzaamheden zoals het vervangen van het microfoonsysteem in één zaal. Het is een compliment waard aan Kinly en onszelf dat het gebouw sinds zijn oplevering nog steeds aan de verwachtingen voldoet.” 

Op de lange termijn ziet Vaandrager het gebruik van videoconferencing toenemen: “Ook voor de coronacrisis zag onze instelling al veel meerwaarde in videoconferencing. Denk aan colleges van gastdocenten uit andere landen, overleggen tussen vakgroepen of collegereeksen waar meerdere universiteiten samenwerkten. Het komend jaar willen we onder andere met Kinly verkennen hoe we nog beter van de achterliggende hardware, software en het platform zelf gebruik kunnen maken. We willen alleen al dit kalenderjaar vijf extra zalen inrichten met videoconferencing van het hoogste niveau. Nu we veel vanuit huis werken en eindgebruikers de voordelen van videoconferencing hebben kunnen ervaren, verwacht ik dat het gebruik meer en meer zal toenemen en het aantal extra zalen dat we hiervoor inrichten snel zal toenemen. Al helemaal wanneer we als gevolg van de crisis voorlopig nog te maken hebben met strakke richtlijnen zal videoconferencing een belangrijk hulpmiddel zijn om colleges toch mogelijk te maken.” 

Daarnaast is ook monitoring van de technologie een belangrijk vraagstuk voor Vaandrager: “We werken met een klein team op de campus. Op dit moment bieden we eerste- en tweedelijnsondersteuning volledig zelf. Indien nodig zijn we binnen twee tot vijf minuten op locatie. Kortom, dat door de AV-technologie een college niet doorgaat, is not done. Dat gebeurt dan ook eigenlijk nooit.” Dat schept dus ook verwachtingen voor de toekomst: “Als we naast een paar honderd collegezalen ook steeds meer vergaderzalen in ons portfolio krijgen, het niveau van de apparatuur groeit en we dit nog steeds met hetzelfde team moeten ondersteunen, dan moeten we ervoor waken dat onze service van hetzelfde niveau blijft. Daarom gaan we verkennen of we mogelijk op termijn bepaalde zaken op het gebied van monitoring en ondersteuning ook off-campus bij een externe partij kunnen neerleggen.” 

 

 

Want to get in touch?

Back to top